Nieuwe VEKI-openstelling september 2025 – de belangrijkste wijzigingen

Dorus Adriaanse

Dorus Adriaanse

2 min. lezen

De nieuwe VEKI-regeling (Versnelde Klimaatinvesteringen in de Industrie) is gepubliceerd. De regeling loopt tot 2030 en de huidige openstelling opent 16 september en sluit 2 februari 2026. De aanpassingen zijn bedoeld om de regeling beter af te stemmen op de actuele klimaatdoelstellingen en op de behoefte aan meer flexibiliteit voor industriële bedrijven. Hieronder de belangrijkste wijzigingen. 

Lagere CO₂-emissiefactor van elektriciteit 

De CO₂-emissiefactor van elektriciteit zal worden verlaagd naar 140 gram CO₂ per kWh, voorheen was dit 290 gram CO2 per kWh. Dit heeft grote gevolgen voor de rekenmodellen waarmee bedrijven hun projecten indienen: de reductie-effecten van maatregelen die gas besparen en vervangen voor elektriciteit zullen daardoor sterker wegen. Dit kan betekenen dat sommige maatregelen eerder rendabel worden en dat de subsidie hoger kan zijn. 

Nieuwe optie: opslag van broeikasgassen

De regeling krijgt een nieuwe optie voor projecten die zich richten op het afvangen, verwerken en / of opslaan van broeikasgassen anders dan CO₂. Denk aan methaan (CH₄), lachgas (N₂O), fluorhoudende gassen (HFK’s, PFK’s, etc.). Deze projecten worden hiermee expliciet in aanmerking genomen, onder voorwaarden dat de emissies anders in de atmosfeer zouden terechtkomen. Belangrijk: projecten voor opslag, hergebruik of afvang van CO₂ zelf (zoals CCS/CCU) blijven uitgesloten. 

Vernieuwde eisen voor ondernemingen in moeilijkheden 

Er komt een scherper toezicht op de status van “onderneming in moeilijkheden.” Ondernemingen die hieronder vallen, mogen geen subsidie meer aanvragen. De definitie van “in moeilijkheden” wordt aangescherpt, onder meer om te voorkomen dat bedrijven met een kwetsbare financiële positie – bijvoorbeeld door hoge schulden of onvoldoende eigen vermogen – subsidie gebruiken zonder garanties op continuïteit. 

 

Wat blijft hetzelfde/ de belangrijkste voorwaarden 

  • Projecten met bewezen technologieën blijven prioritair (je moeten kunnen aantonen dat de maatregel al eerder is toegepast).  
  • Alleen projecten met een terugverdientijd van meer dan vijf jaar komen in aanmerking. 
  • Wanneer gebruik wordt gemaakt van een nul-scenario kan het subsidiepercentage 30 tot 50% van meerkosten bedragen, afhankelijk van de bedrijfsgrootte. 
  • De subsidie wordt gemaximeerd op basis van 80 euro per ton vermeden CO2-emissies. 
  • Het project is gericht is op de vermindering van de uitstoot van CO2 voor een activiteit die valt onder hoofdgroep C (Industrie), D (alleen energiedistributie) of E (afval- en afvalwaterverweking) van de Standaardbedrijfsindeling 2025 van het CBS. 

Interesse?

Interesse gekregen na het lezen van deze update? Of wil je weten wat wij voor u kunnen betekenen?

Inhoud

Interesse?

Interesse gekregen na het lezen van deze update? Of wil je weten wat wij voor u kunnen betekenen?

Interesse?

100+ Toonaangevende klanten