Onze overheid stimuleert de productie van waterstof via elektrolyse door middel van diverse subsidieregelingen. Deze subsidies zijn bedoeld om bedrijven te ondersteunen bij de overgang naar duurzame energiebronnen en het verminderen van CO₂-uitstoot. In dit artikel bespreken we de belangrijkste subsidiemogelijkheden.
De OWE-regeling richt zich op bedrijven die grootschalige productie-installaties voor hernieuwbare waterstof willen realiseren met een elektrolyser van minimaal 0,5 megawatt. Voor de aanvraagperiode van 2024 was een budget van €998,33 miljoen beschikbaar. Het is de verwachting dat deze regeling in het najaar van 2025 opnieuw wordt geopend.
Deze subsidie dekt zowel investeringskosten als exploitatiekosten. Het investeringsdeel vergoedt maximaal 80% van de kosten die nodig zijn voor de realisatie van de productie-installatie. Het exploitatiedeel biedt financiële ondersteuning voor de productie van hernieuwbare waterstof gedurende een periode van 5 tot 10 jaar. Projecten die al eerder SDE++- of OWE-subsidie hebben ontvangen komen niet in aanmerking komen voor deze regeling. Bovendien is het gebruik van gesubsidieerde groene elektriciteit (via SDE++) toegestaan voor netgekoppelde installaties, mits de elektrolysers vóór 1 januari 2028 operationeel zijn. Na deze datum is dit niet meer toegestaan.
De SDE++-regeling ondersteunt projecten die bijdragen aan de vermindering van CO₂-uitstoot, waaronder de productie van waterstof via elektrolyse. Voor de openstellingsronde in 2025 is een budget van €8 miljard beschikbaar voor alle fasen en categorieën gezamenlijk. De subsidie vergoedt het verschil tussen de kostprijs van hernieuwbare energie of CO₂-reductie en de marktwaarde, ook wel de ‘onrendabele top’ genoemd.
Voor netgekoppelde elektrolyse-installaties is het toegestaan om gebruik te maken van gesubsidieerde groene elektriciteit, mits wordt voldaan aan de additionaliteitsvoorwaarden. Dit betekent dat de subsidie alleen geldt voor volledig hernieuwbare waterstof en dat de broeikasgasemissiereductie van alle geproduceerde waterstof ten minste 70% moet bedragen. Daarnaast moet de subsidieontvanger aantonen dat hij garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit bezit en deze afboekt. Dit moet jaarlijks worden gerapporteerd.
Voor elektrolyse-installaties die werken met een directe lijn naar een wind- of zonnepark geldt dat deze uitsluitend in aanmerking komen voor subsidie als de gebruikte hernieuwbare elektriciteit niet al met SDE++-subsidie is opgewekt. Deze installaties hebben doorgaans een hoger aantal vollasturen, omdat ze direct gebruikmaken van duurzaam opgewekte elektriciteit zonder tussenkomst van het net. Het project moet tevens aantonen dat het elektriciteitsverbruik buiten de operationele uren minimaal blijft, om ongewenste emissies te voorkomen.
De DEI+-regeling is bedoeld voor innovatieve projecten die bijdragen aan energie- en CO₂-reductie. Dit omvat pilot- en demonstratieprojecten op het gebied van waterstofproductie, transport, opslag en gebruik. Voor de aanvraagperiode van 28 januari 2025 tot en met 28 augustus 2025 is een totaalbudget van €175 miljoen beschikbaar. Het maximale subsidiebedrag bedraagt €30 miljoen voor demonstratieprojecten en €25 miljoen voor pilotprojecten.
Binnen de DEI+ regeling vallen projecten die zich richten op:
Subsidie kan worden verstrekt voor zowel pilotprojecten als demonstratieprojecten, waarbij wordt geëist dat de aanvrager het milieuvoordeel binnen zijn eigen organisatie realiseert. Voor projecten met elektrolysers die zowel op het net zijn aangesloten als via een directe lijn energie ontvangen, gelden aanvullende voorwaarden over het gebruik en de afboeking van garanties van oorsprong. Projecten die zich richten op waterstofproductie uit aardgas met CO₂-afvang (blauwe waterstof) of uit biomassa en afval vallen buiten de reikwijdte van deze regeling.
De VEKI-regeling ondersteunt industriële bedrijven bij het uitvoeren van CO₂-reducerende investeringen met bewezen technologieën. Voor de aanvraagperiode van tot en met 31 januari 2025 was een budget van €130 miljoen beschikbaar. Het maximale subsidiebedrag per project is €30 miljoen. Deze regeling is bedoeld voor investeringen in apparaten, systemen of technieken die klaar zijn voor de markt en een terugverdientijd hebben van meer dan vijf jaar.
Specifiek binnen deze regeling vallen infrastructuurprojecten voor afvalwarmte en waterstof. Wat betreft waterstof betreft het infrastructuur die bestemd is voor hernieuwbare waterstof of een combinatie van hernieuwbare en niet-hernieuwbare waterstof, conform de algemene groepsvrijstellingsverordening.
De EIA biedt fiscale voordelen voor bedrijven die investeren in energiezuinige technieken en duurzame energie, waaronder de productie van waterstof via elektrolyse. Specifiek komt de conversie van elektrische energie naar waterstof (Power to gas) in aanmerking, waarbij investeringen in elektrolysers, optimalisatiesoftware, compressoren, opslagbuffers en aansluitingen op gas- of waterstofnetwerken aftrekbaar zijn. Dit betekent dat een percentage van de investeringskosten kan worden afgetrokken van de fiscale winst, wat resulteert in een lagere belastingdruk. Netto bedraagt het voordeel ongeveer 10% op de investeringskosten.
Samenvattend zijn er diverse subsidiemogelijkheden om de productie van waterstof via elektrolyse te stimuleren. Afhankelijk van de aard en omvang van het project kunnen bedrijven gebruikmaken van deze regelingen om financiële ondersteuning te ontvangen en zo bij te dragen aan een duurzame energietransitie.
Interesse gekregen na het lezen van deze update? Of wil je weten wat wij voor u kunnen betekenen?
Interesse gekregen na het lezen van deze update? Of wil je weten wat wij voor u kunnen betekenen?
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws rondom subsidies via onze nieuwsbrief.
©2025 EIFFEL Subsidies - Alle rechten voorbehouden.